Dante heeft een nieuw spelletje ontdekt: appels gooien. Nadat ik tijdens het appels plukken, of trekken op zijn Zeeuws, een half rotte appel voor hem weggooide, is hij niet meer te stuiten. Zodra ik een voet buiten zet, rent hij naar de appelbomen en kwispelt vol verwachting tot ik achter hem aan kom. Alleen kan ik, zodra ik een appel heb gegooid, niet meer stoppen volgens teckel-logica. Hetzelfde gebeurt als we met een bal naar het strand gaan, hij laat je geen seconde meer met rust. Dus gooi ik nu maar met schelpen, die hij niet terugvindt in het zand.
Het heeft ook wel iets, die vasthoudendheid, behalve wanneer ik mijn boek uit wil lezen en hij, aandacht-junk die hij is, wil spelen. Eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik meestal zwicht tegen alle opvoedregels in.